About the album
George Frideric Handel made a name for himself as a brilliant organist and harpsichordist early on in his career. As a young man, he travelled from Germany to Italy in 1707. We do not know exactly how much or what Handel composed for harpsichord while in Italy, but we know more starting from the time he settled in England. Handel composed all sorts of works for harpsichord in England, In November 1720, he published the Suites de Pieces pour le Clavecin, now known as the Eight Great Suites, his most important work for harpsichord.
The spectacular Eight Great Suites show Handel the harpsichordist at his best. The suites are made up not only of newly composed movements, but also of improved versions of pieces he had written before and of harpsichord arrangements of his own compositions for other instruments. One theme central to interpreting Handel’s works for harpsichord (and the rest of his œuvre, for that matter) is what to do with the dotted rhythms. In Handel’s music, we regularly see a theme appearing in different rhythmic variants – sometimes dotted, sometimes not, or only partially, dotted. The question, therefore, is whether to perform these rhythms uniformly throughout the piece or to play them as they were written out in each instance by the composer. I have in large part chosen the latter.
Ton Koopman is terug! Elke opname van hem is een belevenis op zich. Zo ook dit nieuwe album Five Great Suites for Harpsichord (London, 1720). Ga maar na, wat gebeurt er als Koopman besluit een selectie van Händels Great Suites voor klavecimbel op te nemen? Dan ontstaat er opnieuw een album met door en door unieke, oprechte en innovatieve ideeën en keuzes. Ga er voor zitten, luister en ga op reis met Koopman, geniet van zijn intelligentie, gevoeligheid, geleerdheid en artisticiteit. Iets wat maar weinig muzikanten kunnen leveren. Met recht een belevenis.
Georg Friedrich Händel stond al vroeg bekend als briljant organist en klavecinist. Hij reisde als jongeman vanuit Duitsland naar Italië. Italiaan Francesco Valesio schreef in 1707 in zijn dagboek: "Er is een 'Sassone' (iemand uit Saksen) aangekomen in deze stad, een excellent klavecimbelpeler en componist. Met veel vertoon heeft hij zijn bekwaamheid op het orgel laten horen in de Chiesa di S. Giovanni, en verbaasde daarmee iedereen."
Hoeveel en wat Händel voor klavecimbel componeerde in Italië is niet precies bekend. Van zijn tijd in Engeland is meer bekend. Daar componeerde hij allerlei werken voor klavecimbel. Stukken die meestal in ongeautoriseerde versies circuleerden. Vandaar dat Händel een druk-privilege aanvroeg, opdat hij zijn eigen werken kon uitgeven. Dat privilege kreeg hij in juni 1720. In november dat jaar publiceerde Händel de Suites de Pieces pour le Clavecin, nu bekend als de Acht Grote Suites: zijn belangrijkste werk voor klavecimbel.
In de spectaculaire Acht Grote Suites zien we Händel als klavecinist op zijn best. Ze bestaan niet alleen uit nieuw gecomponeerde delen maar ook uit verbeterde versies van stukken die hij eerder schreef en uit klavecimbelbewerkingen van eigen composities voor andere bezettingen. Het beroemdste stuk uit deze Acht Suites is het, op dit album opgenomen, Air met variaties uit Suite 5. De Suites zijn geschreven voor een twee-klaviers klavecimbel. Niet duidelijk is welk klavecimbel Händel zelf tot zijn beschikking had. Was het een Ruckers instrument? Vlaams dus, en omgebouwd in Engeland? Of een instrument gebouwd door Tabel? Over vrij veel klavecimbels wordt wel beweerd dat ze uit Händels bezit afkomstig zijn maar precies weten we het niet.
Bij het interpreteren van Händels klavecimbelwerken (en overigens ook bij de rest van zijn oeuvre) is een centraal thema: wat doen we met de gepuncteerde ritmes? Bij Händel zien we regelmatig een thema dat in verschillende ritmische varianten voorkomt: nu eens gepuncteerd, dan weer niet gepuncteerd, of deels. Het is dan de vraag of je die ritmes in het hele stuk consequent maakt of dat je de versie die de componist schrijft handhaaft. Ton Koopman koos veelal voor dat laatste.
Organist, klavecinist, dirigent en onderzoeker Ton Koopman is een van de laatste grote oude muziek-pioniers van het eerste uur. Hij heeft veel meer muziek van Johann Sebastian Bach gespeeld en opgenomen, dan muziek van Händel. Maar dat betekent niet dat hij Händels geweldige muziek niet hogelijk waardeert. Koopman: ”Händel schrijft spectaculair, vol effect en emotie. De opnames van Händels orgelconcerten heb ik met erg veel plezier gemaakt. Sommige van deze klavecimbelsuites speelde ik zo nu en dan in concerten, en nu leek een goed moment om ze op te nemen. Omdat we slechts één cd maakten kon ik ze niet alle acht spelen, deze vijf Suites zijn dus mijn keuze uit de bundel. Het was bijzonder om ze thuis, in mijn eigen studeerkamer, op te kunnen nemen.”
Georg Friedrich Händel machte sich schon früh einen Namen als brillanter Organist und Cembalist. Als junger Mann reiste er 1707 von Deutschland nach Italien. Wir wissen nicht genau, wie viel oder was Händel in Italien für Cembalo komponiert hat, aber wir wissen mehr aus der Zeit, als er sich in England niederließ. In England komponierte Händel alle möglichen Werke für Cembalo. Im November 1720 veröffentlichte er die Suites de Pieces pour le Clavecin, die heute als die Eight Great Suites bekannt sind, sein wichtigstes Werk für Cembalo.
Die spektakulären Eight Great Suites zeigen den Cembalisten Händel in Höchstform. Die Suiten bestehen nicht nur aus neu komponierten Sätzen, sondern auch aus verbesserten Versionen von Stücken, die er zuvor geschrieben hatte, und aus Cembalobearbeitungen seiner eigenen Kompositionen für andere Instrumente. Ein zentrales Thema bei der Interpretation von Händels Cembalowerken (und übrigens auch seines gesamten Œuvres) ist die Frage, was man mit den punktierten Rhythmen anfangen soll. In Händels Musik taucht ein Thema regelmäßig in verschiedenen rhythmischen Varianten auf - manchmal punktiert, manchmal nicht oder nur teilweise punktiert. Es stellt sich also die Frage, ob man diese Rhythmen im gesamten Stück einheitlich aufführt oder ob man sie so spielt, wie sie vom Komponisten in jedem einzelnen Fall notiert wurden. Ich habe mich größtenteils für Letzteres entschieden.