About the album
The year 1802 proved to be a year of true challenge for Beethoven, as he finally realised that his decline into deafness was irreversible. However, in this year Beethoven composed some of his most radiant and life-affirming works in that period. Possibly as part of the determination to push the boundaries of his art in pursuit of solace and fulfilment, Beethoven demonstrates a remarkable stylistic shift between the Op. 12 and the Op. 30 Sonatas (written in 1801–2, published in 1803). While the former set was dedicated to Salieri in a nod of appreciation towards his education, the latter was dedicated to Tsar Aleksandr I of Russia, celebrated upon his visits to Vienna in the first part of the 19th Century for his wide-reaching reformist attitude.
Dit is het tweede deel van de reeks met alle piano- en vioolsonates van Beethoven uitgevoerd door de Britse violist Michael Foyle en de Estse pianist Maksim Štšura. Het uitzonderlijk getalenteerde duo wordt in de pers geprezen om hun onbetwistbare persoonlijkheid en integriteit.
Kenmerkend voor zijn sonates zijn de gelijkwaardige partijen die Ludwig van Beethoven schreef voor de viool en de piano. Daarmee brak hij (in navolging van Mozart) met de traditie om de piano slechts een begeleidende rol te geven. Viool en piano zijn gelijkwaardig, met een ongekend spannende krachtmeting tot gevolg. Beethovens vioolsonates zouden cruciaal blijken voor de verdere ontwikkeling van de kamermuziek.
In het jaar 1802 besefte Beethoven dat de achteruitgang van zijn gehoor onomkeerbaar was. De ervaring van het niet kunnen horen van 'een fluit in de verte' of 'een herder die zingt' leidde ertoe dat de componist een wanhopige brief schreef aan zijn twee broers. De brief, bekend als het Heiligenstadt-testament, vernoemd naar het dorpje Heiligenstad bij Wenen, waar Beethoven verbleef nadat hij wegtrok uit de stad, onthulde zijn emotionele strijd. Hij beschrijft daarin de wanhoop over zijn doofheid en het feit dat alleen 'zijn kunst' hem ervan weerhield een einde aan zijn leven te maken. De brief is, waarschijnlijk bewust, nooit verzonden maar later teruggevonden tussen Beethovens papieren.
Ondanks zijn depressies componeerde Beethoven in dat jaar enkele van zijn meest stralende en levenslustige werken. Misschien wel om troost en vervulling te vinden. Hij verlegde zijn muzikale grenzen wat resulteerde in een opmerkelijke stilistische verschuiving te horen tussen de Op. 12 (1797-8) en de Op. 30 Sonatas (1801-1802). Terwijl de eerste set werd opgedragen aan zijn leraar Antonio Salieri in een knipoog naar zijn opleiding, was de laatste opgedragen aan de Russische tsaar Alexander I, tijdens zijn bezoeken aan Wenen in het eerste deel van de 19e eeuw bewierookt om zijn brede hervormingsgezinde houding
Das Jahr 1802 erwies sich als ein Jahr der wahren Herausforderung für Beethoven, da er schließlich erkannte, dass sein Rückschritt in die Taubheit unumkehrbar war. Dennoch komponierte Beethoven in diesem Jahr einige seiner strahlendsten und lebensbejahendsten Werke. Möglicherweise als Teil der Entschlossenheit, die Grenzen seiner Kunst auf der Suche nach Trost und Erfüllung zu erweitern, zeigt Beethoven eine bemerkenswerte stilistische Veränderung zwischen den Sonaten op. 12 und op. 30 (geschrieben 1801-2, veröffentlicht 1803). Während die erstgenannte Sonate Salieri gewidmet war, um seine Bildung zu würdigen, war die zweite dem russischen Zaren Alexander I. gewidmet, bei seinen Besuchen in Wien in der ersten Hälfte des 19. Jahrhunderts.
Press
9/10 Foyle and Štšura's passionate and completely equal interplay sounds as if they wanted to give the best for an imaginary audience.
Luister, 15-10-2021
The evident care taken by both players and the attractive variety of tone colours Foyle draws from his 1750 Gagliano make the prospect of the final volume in this series a tempting one.
Gramophone, 01-10-2021