1 CD
✓ in stock |
€
|
Buy |
Label Signum Classics |
UPC 0635212027424 |
Catalogue number SIGCD 274 |
Release date 01 November 2011 |
Cellosonates uitgevoerd door een getalenteerd duo
Jamie Walton en Daniel Grimwood zijn beiden talentvolle musici die regelmatig samenwerken op concerten en in opnames en daarnaast zeer actief zijn in de bredere muzikale wereld. Met deze opname met sonates voor cello en piano van Sjostakovitsj, Britten en Prokofiev zetten Walton en Grimwood hun partnerschap voort.
Sjostakovitsj droeg zijn Cellosonate Opus 40 op aan zijn vriend, de cellist Viktor Kubatsky, die het werk tijdens de première in 1934 uitvoerde. De sonate werd gecomponeerd voorafgaand aan de veroordelingen van artiesten door Stalin, maar heeft over het algemeen een positief karakter, waarin de typische bijtende scherpzinnigheid, hardnekkige ostinato’s en stekelig enthousiasme behouden blijven.
Of het nu wel of niet is voorgeschreven door het staatsbeleid van de Sovjetunie, eenvoud is van het grootste belang in de Cellosonate Opus 119 van Prokofiev. De schurende dissonante technieken die vaak op sensationele wijze aanwezig zijn in Prokofievs werken zijn verdwenen, en de harmonie, de begeleiding en het ritme worden op een opgeruimde en directe manier geuit. Het effect is positief, nauwelijks verstoken van strijd, maar opgewekt in plaats van terneergeslagen.
Britten componeerde zijn Cellosonate Opus 65 voor de getalenteerde cellist Mstislav Rostropovitsj, met wie Prokofiev ook samenwerkte. Galina Vishnevskaya, de echtgenoot van Rostropovitsj, beschreef de sonate als een portret van haar man, “soms hoog en expressief, soms laag en grommend, soms vrolijk en zorgeloos.”
Benjamin Britten is one most important British composers from the second half of the twentieth century. Remarkably, he focused on opera, a dying genre, at least in its current form. Britten's contributions however, among which Peter Grimes, The Rape of Lucretia, Gloriana, The Turn of the Screw, and Death in Venice, managed to remain core repertoire for opera companies to this day. Many of these productions included a role for his artistic partner and life companion Peter Pears. Britten also wrote a number of lieder for this tenor, among which his Serenade for tenor, horn and string orchestra. Yet, Britten excelled in many more genres. He wasn't even 20 years old when he composed his brilliant Phantasy for hobo quartet and his friendship with the legendary cellist Rostropovich led to a Cello sonata, three Suites for cello solo and a Symphony for Cello and orchestra in the 1960s.
Britten never became Master of the Queen's Music, yet he surely had feeling for public sentiments. For example, as a pacifist, he taught his people about world peace through his War Requiem from 1962. Britten was an excellent interpreter of his own work, just like Bartók and Stravinsky. Many of his recordings have been matched, but never exceeded.