About the album
Articulation and balance in this recording were developed from the way the instruments were handled. Ilia Korol plays a violin of Cai von Stietencron in the traditional style of Cremona, Italy; however, it features ‘modernisations’ of the kind that were usual in the period of Brahms. In other words the neck, bass-bar, finger board and bridge were altered to achieve a more brilliant, powerful tone. But in Vienna gut strings were still being used; this recording follows suit.
Natalia Grigorieva plays a Streicher grand piano of 1870, one which is probably very close to the instrument that in 1868 Brahms received as a present from the firm of Streicher for his flat in Vienna. The bass is powerful, very sonorous, rich in overtones and never muffled; the high notes are clear and focussed, without being pointed.
The piano plays the role as an equal partner with the violin, so that one sometimes gains the impression of listening to an animated conversation between friends, as in the first movement of the G major Sonata: at the opening the piano lays the harmonic foundation for the violin’s melody; then it blends itself in, at first cautiously, then more forthrightly, enlivens the theme, argues, interrupts the violin either in agreement or in contradiction, disputes with it, makes up with it, before the two instruments together come to a conclusion.
Brahms wrote his Violin Sonata in G, op. 78, in Bonn in 1878-9. After a well disposed, lively Vivace ma non troppo the mood is reversed in a serious Adagio. In the third movement Brahms quotes from Regenlied op. 59 no. 3 (text by Klaus Groth), written a few years before.
The earliest sketches of the A major Sonata op. 100 date from the summer of 1883, while he worked on the Third Symphony. Brahms himself pointed out that in the first movement motives from his Lieder can be found, above all Wie Melodien zieht es mir, op. 105 no. 1; it can no longer be established which was written first, the Lied or the Sonata.
The Sonata in d minor op. 108 is of a different character; the opening movement presents a restless picture of interpenetrating layers of mood. It leads to an Adagio that begins in almost chorale-like fashion after which the theme is then dissipated in ‘Hungarian’ or ‘Gipsy’ style with its improvisatory gestures. The final movement is a stormy rondo, but whereas by tradition the theme of a final movement is tonally closed, Brahms here uses a refrain that is tonally open and therefore of the type that would normally be found in an opening movement; to a certain extent he refuses to consider his statement finished.
Perfecte en levendige uitvoering van de vioolsonates van Brahms
Dit album bevat vioolsonates van Johannes Brahms, uitgevoerd door twee leden uit het Oostenrijkse kamerensemble Moderntimes_1800. Violist Ilia Korol en Natalia Grigorieva op de fortepiano, spelen deze tijdloze vioolsonates intens, kristalhelder en direct. Een genot om naar te luisteren.
De articulatie en balans in deze opname komen voort uit de manier waarop het duo met de instrumenten omgaat. Ze gebruiken instrumenten zoals Brahms die gebruikte. De piano- en vioolpartij zijn gelijkwaardig aan elkaar. Soms is het net of je luistert naar een geanimeerd gesprek tussen twee vrienden. In de opening, legt de piano de harmonische fundering voor de melodie van de viool, waarna het instrument zich mengt met het vioolspel. Eerst voorzichtig, daarna krachtiger. Wat het gesprek levendiger maakt. De piano argumenteert, onderbreekt de viool, soms in overeenstemming, soms in tegenspraak, alvorens de twee instrumenten samen tot een conclusie komen. Moderntimes_1800, dit keer als duo, maakt er een prachtig spel van.
De drie sonates klinken perfect en levendig. Brahms componeerde ze tussen 1878 en 1886 en wist expressieve romantiek te beteugelen met klassieke tradities. Zijn eerste sonate is levendig, serieus en lyrisch, gebaseerd op drie noten die steeds herhaald worden. De tweede sonate is optimistisch en vol zelfvertrouwen. De derde heeft een heel ander karakter, is melancholiek. Het Adagio daarin, is het meest succesvolle deel. Het begint op een koraalachtige manier, waarna het thema verdwijnt en plaatsmaakt voor de Hongaarse - of Zigeunerstijl met zijn improvisatorische gebaren.
Brahms had de naam een conservatief componist te zijn. Dat valt achteraf bezien wel mee. Hij hield weliswaar van de klassieke traditionele muziek, zoals van Bach en Mozart, maar zei wars te zijn van nieuwe stromingen in de muziek. Toch zaten er verborgen, niet zulke traditionele, verrassingen in zijn muziek. Later zou hij zich vernieuwen en ontsnappen aan de klassieke conventies. Het oeuvre van Brahms was omvangrijk, ondanks dat hij, perfectionist als hij was, veel van zijn werk niet goed genoeg vond en het daarom vernietigde. Gelukkig is er nog heel veel van zijn werk bewaard gebleven. En dat is van hoge kwaliteit.
moderntimes_1800 ist ein junges Kammerorchester aus Innsbruck, tritt als historisches oder modernes Kammerorchester auf, aber auch in kleineren Besetzungen und ist mit internationalen Spezialisten besetzt. Es wurde in der Absicht gegründet, einen Klangkörper aus einer neuen Generation von Musikern zu bilden, die in der historischen Aufführungspraxis ebenso beheimatet sind wie in der Musik des 20. Jahrhunderts. Die beiden Brahms-Sonaten erklingen in unerhörter Perfektion und Lebendigkeit.