1 SACD hybrid
✓ in stock |
€
|
Buy |
Label Challenge Classics |
UPC 0608917254228 |
Catalogue number CC 72542 |
Release date 20 January 2012 |
Vader en dochter spelen samen: duo's voor viool en cello
Na de dood van Claude Debussy in 1918 werd Maurice Ravel gezien als de grootste componist in Frankrijk. In 1920, echter, weigerde hij de Légion d'honneur in ontvangst te nemen. Zijn publieke weigering leidde tot een vervreemding met de jonge generatie componisten waarop Ravel zich terugtrok in Montfort-l’Amaury waar hij afgezonderd leefde tot zijn dood in 1937. In deze jaren componeerde hij ook zijn bijzondere sonate voor viool en cello en droeg het werk op aan de overleden Debussy. Het stuk wordt gekenmerkt door een dissonant palet aan kleuren waarbij de twee instrumenten vrij bewegen, elk in een eigen toonsoort. Opvallend is dat bij de première van de sonate het stuk Duo voor viool en cello genoemd werd, naar het gelijknamige werk van Zoltán Kodály. Kodály schreef zijn duo aan het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914, maar had zijn première pas tien jaar later, waarschijnlijk dankzij de oorlog. In het stuk zijn veel melodieën te horen die afkomstig zijn van de Hongaarse volksmuziek en net zoals Ravel’s sonate speelt Kodály met dissonante tonen en een rijk palet aan verschillende timbres en technieken.
Een ander stuk voor viool en cello is afkomstig van Erwin Schulhoff, een Tsjechische componist die in dezelfde tijd als Ravel en Kodály leefde. Hij werd beïnvloed door allerlei stromingen, waaronder jazz, het expressionisme van Schönberg en het neoclassicisme van Stravinsky. Ook bij Schullhoff is volksmuziek terug te horen in zijn werk.
Vader en dochter Ferschtman spelen op dit album samen deze drie stukken, die speciaal voor viool (Liza Ferschtman) en cello (Dmitry Ferschtman) geschreven zijn. Liza Ferschtman is een bekende Nederlandse musicus die steeds meer internationale bekendheid begint te verwerven. Zij heeft in alle grote concertzalen in Nederland gespeeld en gaat geregeld op een internationale tournee. De uitvoeringen van de twee zijn uitdagend, emotioneel en kwetsbaar maar tegelijkertijd erg krachtig en van zeer hoge kwaliteit.
Zoltán Kodály was a Hungarian composer, born in 1905. If you would read Kodály's biography, you could only do so with increasing astonishment. Not only did he reach the honarable age of 84, throughout his whole life he remained astoundingly prolific - and with great success. Moreover, besides his work as a composer, Kodály was active as a conductor, (ethno-)musicologist, pedagogue, linguist, and philosopher. And in each of these areas, he had a pioneering role, always with exceptional passion and dedication. To name but one example: together with his friend Belá Bartók he worked on a ten volume reference guide to Hungarian music, which appeared from 1951 with each volume spanning more than a thousand pages.
Yet, Kodály gained acclaim for his compositions as well, with his Psalmus hungaricus (1923) en his opera Háry János (1926) as the pinnacles of his musical career. The core of his body of work consists of vocal music, in particular works for choir, but his instrumental music is just as impressive. His master piece Laudes Organi, written one year before his death, truly proves that Kodály's creative energy stayed with him to the bitter end.